L'ANZA Healing Haircare - 30 jaar in de Benelux

Hoe het Begon...

Mijn eerste kennismaking met L’ANZA was in 1993 tijdens de Salon International in London. Een leuke compacte lijn met een compleet andere filosofie op haarverzorging dan ik gewend was. Er waren twee smaken: Curls & Color en Rebalance. Beide lijntjes bestaande uit een paar verzorgings- en stylingproducten en de namen spraken voor zichzelf. Na 5 jaar succes bij Goldwell waarin we waren uitgegroeid tot de marktleider was ik toe aan een nieuwe uitdaging om voor mezelf te gaan beginnen. Dat is gecombineerd met de opening van de Kappers Groothandel Apeldoorn in 1995.

Vanaf dag één is bewust de keuze gemaakt om L’ANZA exclusief te verdelen met één salon per dorp of per 30.000 inwoners. De fout die m’n vorige werkgever na ons vertrek had gemaakt om hun exclusieve lijn aan iedereen die het maar hebben wilde te verkopen, zou niet gemaakt worden. Dit had geleid tot een verdubbeling van de klanten maar een halvering van de omzet. Geen enkele kapper in het hoge segment stelde het toen en nu op prijs dat de concurrerende buurman met hetzelfde merk werkt. Vooral als er sprake is van een groot prijsverschil tussen de salons. Wij hebben dat vanaf dag één kunnen voorkomen door tegelijkertijd een niet exclusieve haarverzorgingslijn aan te bieden onder de naam Kappers, dat nu bekend is als KIS.

De eerste inscholingen van L’ANZA waren een openbaring. Tot dat moment kwamen we niet veel verder dan een permanent shampoo aan te bieden aan een permanent klant omdat nu eenmaal op de fles stond. Nu kregen we opeens les over hoe het haar is opgebouwd en het moleculaire gewicht van de werkstoffen dat bepaalt of het een filmlaag legt om het haar of diep in het haar kan binnendringen. Er ging een wereld voor ons open. We konden nu de consument meenemen tijdens elke stap van een behandeling en ze vertellen waarom en hoe we wat deden om tot het beste resultaat te komen.

Met het verhaal dat we van ‘zuurkool’ haar in 15 minuten weer gezond haar konden maken zijn we de boer opgegaan. Met Ben Groenberg en Rob Rooze, die nog steeds werkzaam zijn bij Ministry of Beauty, gingen we van deur tot deur. De openingszin was steevast; kent u het merk L’ANZA. Op de ‘nee’ die daarop volgde kwam daarna onze hele riedel. Ik zal nooit de eerste salon vergeten die ‘ja’ zei en ik mijn complete verhaal kwijt was. Daar stond ik dan met mijn mond vol tanden.

Was er eenmaal interesse dan volgde er ’s avonds een demo. Geef ons je klanten met het slechtste haar dan maken wij het weer gezond. Voor Rob was dat makkelijk maar Ben en ik hadden geen idee, dus dat werd achter de wasbak nog weleens een waterballet. Wat we wel snel leerden was dat we goed moesten opletten tijdens het föhnen. Er was altijd wel een medewerkster die geen zin had in verandering en met de föhn voor het oog meer kapot kon maken, dan wij goed konden maken met onze producten.

Na bijna 80% van de demonstraties volgde de aankoop van het startpakket. Dat was 4000 gulden en moest contant worden afgerekend. Alles wat we hadden was geïnvesteerd in de voorraad en op de bank hadden we ook geen rooie cent. Op de vraag of wij er volgend jaar nog wel zouden zijn was dan ook steevast het antwoord; als u contant betaalt zal dat zeker het geval zijn. Bij verkoop was het zaak om de volgende ochtend zo snel mogelijk af te leveren voordat de klant van gedachten kon veranderen of een gesprek kon hebben met de huidige vertegenwoordiger. Het gebeurde nog weleens dat ik met mijn oude omgebouwde bloembollenbus halverwege de rit kon omkeren omdat de salon op z’n donder had gekregen van de vertegenwoordiger en toch maar afzag van de verandering.

Naast het ouderwetse voetenwerk was er geen activiteit of beurs waar we niet met L’ANZA aanwezig waren. De dag van het Oosten, Limburg bokaal of de Nokada om er maar een paar te noemen. Overal stonden we met ons eigen standje voorzien van het Amerikaanse vrijheidsbeeld wat we mochten lenen van de Harley Davidson dealer. Op de grote beurzen zoals de Gouden Tulp pakten we echt uit. Onze stands blonken uit door zo hoog mogelijk te zijn, heel breed en zo ondiep mogelijk zodat het stand oppervlak zo goedkoop mogelijk bleef. Door de lokale nissenhut bouwer lieten we golfplaten buigen die Ben en ik onder leiding van m’n vader zo goed en kwaad mogelijk ombouwden tot een stand waar niemand omheen kon. En dat lukte ons vaak met simpele maar doeltreffende acties. Zo hebben we eens een paar duizend, met L’ANZA bedrukte, opblaashamers weggegeven waar alle bezoekers elkaar mee om de oren sloegen. Ook de bigshoppers waren altijd een hit. Het formaat was dusdanig dat alle tassen van de concurrent in die van ons paste.

In onze 30 jaar L’ANZA zijn vele productinnovaties en verpakkingsvarianten de revue gepasseerd. Een rode draad is altijd de kwaliteit van de producten geweest en onze betrokkenheid met de kappersbranche. Nog steeds kan ik me opwinden hoe er met de kappers is omgesprongen tijdens de coronaperiode, wat destijds heeft geleid tot paginagrote advertentie in de Telegraaf met een open brief aan Mark Rutte.

Zo kan ik nog wel drie A4-tjes volschrijven met innovaties en anekdotes maar het grootste goed van L’ANZA Benelux zijn onze klanten, onze partners. Zonder onze partners - waarvan er nog velen behoren tot die van het eerste uur - zijn we niets. Ik ben zeer dankbaar voor het vertrouwen dat al onze partners de afgelopen jaren in ons hebben gesteld en iedereen verzekeren van het feit dat wij nog lang niet klaar zijn. Eind volgend jaar zal er een begin worden gemaakt met een complete restyling maar voordat het zover is vieren wij eerst ons 30-jarige jubileum met elke maand een andere L’ANZA bestseller met, hoe kan het anders, 30% korting.

Advertentie L'ANZA 1995